top of page
Foto van schrijverNiels Bouwmeester - Cargo Coaching

Hijs- en sjorogen in de mix

Vaak worden hijsogen op voertuigen geïnstalleerd, en in de hijstechniek worden ze gemarkeerd met het draagvermogen in ton (t). Echter, hijsogen zijn niet gemarkeerd met de toegestane trekkracht LC (Lashing Capacity [daN]) voor het sjorren. Dit kan een probleem vormen, aangezien het belangrijk is om de juiste informatie te hebben over de maximale trekkracht die het oog kan weerstaan bij het sjorren van lading. Het is daarom van essentieel belang dat o.a. de juiste aanduidingen aanwezig zijn om de veiligheid en ladingzekering te waarborgen.

(Bron: Pultrum Rijssen B.V.)


Een sjoroog verschilt daadwerkelijk van een hijsoog wat betreft veiligheidsfactoren, belastingen en de optredende G-krachten.

Wanneer er aan een hijsoog wordt gesjord met een belasting die hoger is dan de aangegeven WLL (Working Load Limit), wordt het hijsoog feitelijk al overbelast en mag het niet meer worden gebruikt voor hijsdoeleinden.

Bovendien kan een sjoroog veel dichter bij de vloeigrens komen, omdat er een andere veiligheidsfactor in zit. De piekbelastingen kunnen ook hoger zijn dan bij het hijsen.


Over het algemeen worden er standaard sjorogen en meerpuntssjorsystemen geïnstalleerd en gemonteerd in voertuigen, al dan niet in overeenstemming met de EN 12640-norm. Het is wel belangrijk op te merken dat deze normering niet van toepassing is op bulkgoederen én bestelwagens volgens ISO 27956.


Voor ladingzekering op bedrijfswagens en intermodale laadeenheden voor vrachtvervoer, specificeert de Europese norm EN 12640 de minimale eisen en beproevingsmethoden voor sjorpunten. Dit is van toepassing op het merendeel van de voertuigen, maar niet op alle voertuigen!


Een van de voorschriften van de EN 12640 norm is bijvoorbeeld dat de markering moet worden weergegeven in LC (Lashing Capacity [daN]) en niet in draagvermogen in tonnen (t). Onderstaand bouwdeel is als hijsoog voor de hijstechniek geconstrueerd en gekenmerkt. Daarom is het merkgetal de belastbaarheid in tonnen.

(Bron: Load Info Actuele informatie over ladingzekering)


Markering

De markering van sjorpunten laat momenteel veel te wensen over en dit is een bron van onduidelijkheid voor alle betrokken partijen in de logistieke keten. Veel fabrikanten hanteren hun eigen afkortingen en symbolen om hun producten te labelen. Het is van groot belang dat alle betrokken partijen, waaronder fabrikanten, constructeurs, vervoerders en eindgebruikers, zich bewust zijn van de normen en de juiste markeringen gebruiken die overeenkomen met de voorgeschreven standaarden.


Door er nu niet aan te voldoen worden de vereisten uit de normen niet consistent toegepast, wat resulteert in een gebrek aan duidelijkheid voor iedereen en potentieel gevaarlijke situaties kan veroorzaken.


Mogelijk heeft dit te maken met bepaalde passages in de EN 12640-norm. De norm behandelt namelijk niet alleen de kracht van het oog, de markering en de afstanden, maar ook andere aspecten, zoals uitsluitingen.


This document does not apply to:


Vehicles and intermodal loading units designed and constructed exclusively for the transport of specific cargo with particular securing requirements;


Dit betekent dat de EN 12640 niet van toepassing hoeft te zijn op voertuigen en intermodale laadeenheden die uitsluitend zijn ontworpen en gebouwd voor het vervoer van specifieke lading met bijzondere beveiligingseisen. Het gebruik van sjorpunten volgens EN 12640 blijft echter mogelijk, maar is niet verplicht.


Wanneer is iets specifiek?

De vraag die hier centraal staat, is wanneer iets als specifiek kan worden beschouwd en wat de bijzondere eisen zijn die ermee gepaard gaan. Deze kwestie is open voor interpretatie. Een voorbeeld van iets wat als specifiek kan worden beschouwd, is alles wat niet als stukgoed wordt gedefinieerd. De term "stukgoed" heeft overigens een brede toepasbaarheid.


Naar mijn mening zijn diepladers al uitgesloten van de EN 12640-norm, aangezien ze zijn ontworpen voor het vervoer van specifieke lading met bijzondere beveiligingseisen. Constructeurs van diepladers hoeven dus niet te voldoen aan de EN 12640-normering. Dit geldt echter ook voor andere constructeurs, zoals die van coiltrailers, boomstamtransporten, enzovoort.


Dubbele punthaak past niet

Voor een correcte belasting van de haak én het oog is de referentie haak in de normering de dubbele punthaak á 18 mm. Dit houdt in dat als het sjoroog dikker is dan 18 mm, het oog niet voldoet aan de EN 12640, aangezien de dubbele punthaak er niet in past. Het is daarom belangrijk dat het sjoroog een bepaalde dikte heeft die binnen deze specificatie valt om te voldoen aan de eisen van de EN 12640-norm. Als de opening van het sjoroog minder dan 22 mm is, past de dubbele punthaak niet in het sjorpunt en voldoet het ook niet aan de voorschriften.

Ondanks deze voorwaarde kunnen sjorogen met een dikte groter dan 18 mm nog steeds zeer geschikt én toepasbaar zijn voor voertuigen en intermodale laadeenheden die specifiek zijn ontworpen en gebouwd voor het vervoeren van lading met speciale beveiligingseisen. Sjorogen dikker dan 18 mm hebben vaak een hogere LC-waarde in daN en zijn nodig voor specifieke ladingen.


Vrijstelling bulk goederen

This document does not apply to:


Vehicles and intermodal loading units designed and built exclusively for the transportation of bulk goods

Op bovenstaande afbeelding is het niet verplicht om te voldoen aan de EN 12640-norm. Dit geldt zowel voor de afstanden, markering, krachten als het type oog. Hierdoor is het mogelijk om bijvoorbeeld een ferryoog of een hijsoog te monteren.


Ook onderstaande zinsnede uit de normering roept vragen op;


For special load securing optional lashing points and/or load securing devices may be fixed;


Wanneer spreken we van speciale ladingzekering? Optionele sjorpunten kunnen in dit geval worden gebruikt en zijn niet verplicht om expliciet te voldoen aan EN 12640.


Hijsogen monteren in plaats van sjorogen

Sjorpunten en hijspunten worden beïnvloed door verschillende veiligheidsfactoren. Voor het sjorren wordt vaak een veiligheidsfactor van 1:2 aangegeven en toegepast, terwijl voor het hijsen een veiligheidsfactor van 1:4 geldt volgens ISO 15818:2017.

Opmerkelijk genoeg wordt in zowel ISO 15818:2017 als EN 12640 een testkracht van 1:1,25 gehanteerd voor een sjoroog, terwijl in EN 12640 geen breekkracht van 1:2 wordt gedefinieerd, enkel in de ISO 15818:2017. Dus de veiligheidsfactor 1:2 voor sjorogen conform EN 12640 is onjuist.


Wees voorzichtig bij het vastsjorren van lading met behulp van hijspunten, aangezien deze mogelijk niet geschikt zijn voor ladingzekering.


Om gevaarlijke situaties te voorkomen, kunnen de volgende stellingen nuttig zijn:


Sjorogen mogen nooit worden gebruikt om lasten op te tillen.


Als hijsogen uitsluitend gebruikt worden als sjorogen en ze boven de aangegeven WLL (Working Load Limit) belast worden, dienen ze voorzien te zijn van de waarschuwing "Niet geschikt voor hijsen, alleen voor sjorren".


Als hijsogen worden gebruikt voor zowel hijsen als ladingzekering, is Lashing Capacity LC = WLL (Working Load Limit) van toepassing.


EN 12640:2019

In de EN12640:2019 vinden we de volgende definitie voor wat betreft het sjorpunt.


Sjorpunt; Bevestigingsmiddelen waaraan sjormiddelen rechtstreeks kunnen worden bevestigd.


Een bevestigingsmiddel, dat in de volksmond vaak een sjorpunt of sjoroog wordt genoemd, kan nooit gecertificeerd zijn volgens de EN 12640-norm. Het kan echter wel worden beproefd volgens de normering. De EN 12640-norm fungeert als een richtlijn voor voertuigfabrikanten. Pas wanneer de bouwer aan alle vereisten in de norm voldoet, kan worden gesteld dat het bevestigingsmiddel in overeenstemming is met de geldende normering.


Punten mixen en omdraaien

Het is verboden om te hijsen aan een sjorpunt, maar vanwege de onduidelijke markeringen van veel fabrikanten en het gebrek aan kennis bij gebruikers, worden deze fouten vrij eenvoudig gemaakt.


In het geval dat sjorpunten boven hun testkracht worden belast zonder te breken, bijvoorbeeld door eraan te hijsen, bijvoorbeeld LC 10.000 daN = 5000 WLL, wat niet is toegestaan, is het mogelijk dat schade niet wordt gedetecteerd. Als deze sjorpunten later opnieuw worden gebruikt, kunnen ze gemakkelijk breken, zowel bij het sjorren als bij het hijsen.


Ditzelfde geldt voor hijspunten die boven hun WLL worden belast tijdens het sjorren, bijvoorbeeld 5000 WLL = 10.000 daN LC. Deze hijspunten mogen niet opnieuw worden gebruikt voor hijsdoeleinden.

(Bron: RUD Ketten Rieger & Dietz GmbH u. Co. KG)


Bovenstaande afbeelding toont dat bij de fabrikant RUD Ketten Rieger & Dietz GmbH u. Co. KG onderscheid wordt gemaakt tussen hijsogen en sjorogen door middel van kleurstelling en andere kenmerken.

De hijsogen zijn opvallend roze van kleur en zijn gemarkeerd met de maximale werklast (WLL). Dit roze kleurenschema dient als herkenningssymbool voor hijsdoeleinden.

De sjorogen daarentegen zijn standaard voorzien van een fosfaatlaag. Dit komt omdat de sjorogen vaak in de constructie worden geïntegreerd en meegespoten of gecoat worden. Op de sjorogen staat altijd de belastingcapaciteit (LC) vermeld in daN.


Twee keer certificeren?

Het is het een of het ander, het is niet mogelijk in deze om van beide walletjes te eten.

Het is óf een hijsoog om mee te hijsen óf het is een sjoroog om mee te sjorren.


Aanvulling EN 12640

In andere normeringen, zoals EN12195-2/3/4, staat vermeld dat het middel moet worden voorzien van de waarschuwing: "Niet hijsen, alleen sjorren".

Het zou wellicht verstandig zijn om deze waarschuwing ook op te nemen in de EN 12640-norm.


Kennis en kunde

In sommige landen zijn de normen voor ladingzekering geïmplementeerd in de wetgeving. Deze normen kunnen te allen tijde kosteloos worden geraadpleegd in de bibliotheek van het Bureau voor Normalisatie.


Hijsogen worden getest en gecertificeerd volgens EN 1677, maar ze worden niet getest volgens de geldende normen voor ladingzekering, zoals bijvoorbeeld de norm voor sjorogen EN 12640. Hoewel de veiligheidsfactor verschilt tussen hijsen en sjorren, is het sterk aan te raden om de carrosseriebouwer te vragen of het gebruik van de hijsogen ook is toegestaan voor sjorren. Dit hangt sterk af van het voertuig, of het specifiek voor deze toepassing is gebouwd en de specifieke manier waarop het voertuig wordt gebruikt.

In de wereld van opleidingen en handhaving met betrekking tot ladingzekering is het heel goed mogelijk dat door een gebrek aan kennis wordt beweerd dat sjorpunten, afstanden en aanduidingen te allen tijde in overeenstemming moeten zijn met EN 12640. Strikt genomen is dit echter onjuist, omdat er verschillende uitzonderingsregels bestaan.


Kies het juiste oog

Voor voertuigen onder de 3500 kg is de onderlinge afstand van de sjorpunten conform de EN 12640 niet van toepassing. Het is belangrijk op te merken dat dit niets zegt over de overige voorwaarden die worden genoemd in de normering.


Hieronder staat een hijsoog dat vaak wordt gebruikt als sjoroog in de lichte wagenbouw. Dit specifieke hijsoog (C15) is ontworpen voor eenmalig gebruik. Het bevat een markering die de hijsrichting aangeeft. Het is van essentieel belang om te weten dat dit type hijsoog nooit onder een hoek mag worden belast, maar alleen rechtstandig. Dit komt doordat dit type hijsoog niet meedraait met de richting van de belasting, waardoor er een aanzienlijk risico bestaat op buigen of zelfs breken.

Deze hijsogen worden veel gebruikt in machinetransporteurs, waarbij vaak directe ladingzekering plaatsvindt. Het is belangrijk op te merken dat het belasten van deze hijsogen onder niet-toegestane hoeken kan leiden tot potentieel gevaarlijke situaties en ongevallen. Het is van groot belang om de juiste belastingsrichtlijnen en veiligheidsvoorschriften te volgen om de risico's te minimaliseren.


VDI 2700 Blatt 3.1 (6) Gebruik van stroppen als sjormiddelen

In de bijgewerkte versie van VDI 2700 Blatt 3.1 is het gebruik van rondstroppen en hijsbanden toegestaan als hulpmiddelen voor het zekeren van lading. Het is echter belangrijk om ervoor te zorgen dat deze hulpmiddelen geschikt zijn voor het beoogde doel wat betreft functie en draagvermogen.


Hijsmiddelen zijn voorzien van een werklastlimiet (WLL) en mogen tijdens hijswerkzaamheden niet boven deze limiet worden belast. Als hijsbanden zowel worden gebruikt voor ladingzekering als hijsen, is Lashing Capacity LC = WLL van toepassing.

Dit maakt het veel overzichtelijker, omdat de stelregel vereist dat de WLL niet lager mag zijn dan de LC-waarde. Bijvoorbeeld, als de LC-waarde 2500 daN is, dient men een hijsband van 3 ton te gebruiken. Op deze manier zal de hijsband nooit overbelast worden en kan nog steeds worden gebruikt voor hijsdoeleinden.


Als hijsbanden uitsluitend worden gebruikt als sjormiddel en ze boven de gemarkeerde WLL worden belast, dienen ze te worden voorzien van de waarschuwing "Niet hijsen, alleen sjorren". Indien deze waarschuwing niet aanwezig is, is verder gebruik voor hijsdoeleinden uitgesloten, tenzij geschikte maatregelen worden genomen.

In dit geval moet ook een veiligheidsfactor van minimaal 2 worden gegarandeerd. Verder gebruik voor hijsen is dan niet toegestaan.


Bovenstaande geldt ook voor hijsogen die worden gebruikt als sjorogen. Momenteel is dit echter niet specifiek gespecificeerd en het kan nuttig zijn om aanvullende tekst op te nemen in de normeringen met betrekking tot zowel het hijsen als de ladingzekering. Hierdoor kan duidelijk worden gemaakt dat hijsogen die als sjorogen worden ingezet, bepaalde waarschuwingen of beperkingen kunnen hebben om ervoor te zorgen dat ze veilig en correct worden gebruikt.


Bevestigingspunten machines

De Machinerichtlijn 2006/42/EG vereist dat machines en de onderdelen ervan veilig kunnen worden gehanteerd en getransporteerd. Dit betekent dat het ontwerp en de juiste bevestigingspunten essentieel zijn om veilig transport te waarborgen.

Voor grondverzetmachines, zoals graafmachines, laders, bulldozers, schrapers en speciale grondverzetmachines, moeten de bevestigingspunten voorbereid zijn op veilig transport met behulp van sjorpunten. Daarnaast moeten er duidelijk gemarkeerde bevestigingspunten aanwezig zijn voor zowel het hijsen als sjorren, zoals voorgeschreven in de onderstaande normen.


EN 474-1:2022 Earth-moving machinery - Safety - Part 1: General requirements én de


ISO 15818:2017 Earth-moving machinery - Lifting and tying-down attachment points - Performance requirements


ISO 6165:2022 Earth-moving machinery — Basic types — Identification and vocabulary

Het ontwerp, de markering en de bevestiging van hijs- en sjorpunten bij dit type materieel vertonen vaak ernstige tekortkomingen. Dit maakt het correcte gebruik van sjorringen en/of hijsen moeilijker, zo niet onmogelijk. Vaak worden er onjuiste gaten gemaakt of worden er te kleine ogen gebruikt in deze grondverzetmachines.

Een bijkomend probleem is dat bij het hijsen of sjorren van dergelijke machines met kettingwerk, er altijd een beveiliging op de eindhaak moet worden geplaatst en er een vergrendeling op de haak moet zijn die volledig kan sluiten. Hoewel de beveiliging op de haak meestal aanwezig is, indien de ketting aan EN 12195-3 voldoet, kan de vergrendeling vaak vanwege het ontwerp niet volledig sluiten. Dit vormt een zeer groot veiligheidsrisico tijdens hijs- en sjorwerkzaamheden.

(Bron: RUD Ketten Rieger & Dietz GmbH u. Co. KG)


Door een grondiger onderzoek van de ontwerpafdeling bij het ontwerpen van nieuwe machines kunnen de zekering en bindhoeken aanzienlijk verbeterd worden, wat op zijn beurt een positieve impact kan hebben op de uiteindelijke markt.


Een specialistische training lading zekeren kan uitkomst bieden.


Veel veilige kilometers toegewenst!



Niels Bouwmeester


187 weergaven

Comments


Code 95 Antislipmatten Rekenhulp ladingzekering Rekenhulp spanbanden Rekenhulp lading zekeren Niels Bouwmeester Cargo Coaching Code 95 lading zekeren ladingzekering specialist ladingzekering Ladingzekerheid Code 95 Calculator ladingzekering Ladingzekering calculator Spanbanden Sjorbanden Neerbinden Neersjorren Code XL EN12642 Sjorogen Wetgeving ladingzekering Neerzekeren Spanriemen Eumos 40509 Eumos 40511
bottom of page