Vooropgesteld dat de verzender, transporteur én ontvanger gebaat zijn bij een goed verpakt en gestabiliseerd product gaat het nog dagelijks mis. Daarentegen heeft iedereen die zich in de logistieke keten begeeft, wel eens met beschadigde goederen te maken gehad.
Onderstaand schrijven gaat over een standaard recht toe recht aan pallet mét lading. Niet over de wellicht bijkomende benodigde ladingzekering nadien, om de goederen volgens de wettelijk af te zekeren krachten te kunnen transporten.
Als de ladingbelanghebbende kan aantonen dat schade aan de goederen is ontstaan tijdens transport, dan is de vervoerder daar in beginsel aansprakelijk voor, de bijzondere bepalingen even daargelaten.
Onder de vervoerovereenkomst is de vervoerder gelimiteerd aansprakelijk voor verlies en beschadiging van de goederen tijdens het transport: voor nationaal transport tot €3.40 per kilo of voor internationaal transport 8,33 SDR (momenteel ongeveer €10,-) per kilo.
Ontbreken en gebrekkige verpakking
Het CMR verdrag geeft aan dat wanneer de vervoerder kan aantonen dat het verlies of de beschadiging een gevolg heeft kunnen zijn van – kort samengevat - het ontbreken of gebrekkigheid van de verpakking van goederen, dan vermoed wordt dat de ontbrekende of gebrekkige verpakking de oorzaak is van de schade. Als de ladingbelanghebbende dan niet kan bewijzen dat de schade geheel of gedeeltelijk niet door de gebrekkige verpakking veroorzaakt is, dan is de vervoerder ontheven van aansprakelijkheid.
Maar wat is de definitie van een gebrekkige of slechte verpakking? In de praktijk wordt dit vaak pas achteraf vastgesteld door schade experts.
Ook artikel 11 sub b van de Algemene Vervoerscondities 2002 geeft aan dat als de vervoerder aantoont dat de schade het gevolg heeft kunnen zijn van het ontbreken of gebrekkigheid van de verpakking dat er dan een bewijsvermoeden ten gunste van de vervoerder geldt.
Wie bepaalt wanneer zaken verpakt hadden moeten zijn?
Bijvoorbeeld een verlijming van verpakt zakgoed (onderling zonder enige handeling nadien), waardoor het wellicht een eenheid wordt inclusief een behaalde vormstabiliteit, wordt dat wel of niet aangemerkt als verpakking?
De AVC 2002 geven namelijk niet met zoveel woorden aan wat wel en niet als verpakking gezien moet worden.
Persoonlijk zou ik erop tegen zijn om een definitie van verpakking op te nemen in een regeling als de AVC, omdat we nu niet weten wat er misschien volgend jaar alweer aan nieuwe verpakkingen op de markt is.
In de praktijk is vooral lastig dat niet altijd duidelijk is bij verladers en vervoerders welke verpakking de lading nodig heeft om zonder schade uit het transport komt.
De praktijk zal op dit punt vooral baat hebben bij een normering á Eumos 40509 waaraan ze verpakkingen kunnen testen.
In elk geval moet aantoonbaar worden gemaakt dat het ontbreken of een gebrekkigheid van een verpakking de oorzaak van de schade is geweest, als de vervoerder van zijn aansprakelijkheid wil worden ontheven.
De afzender is aansprakelijk voor de schade aan personen, materialen of andere goederen, als die schade voortkomt uit gebrekkige verpakking van de te vervoeren goederen. Wordt de vervoerder aansprakelijk gesteld voor schade die terug te leiden is van gebrekkige of geen verpakking, dan kan hij mits aantoonbaar de claim afwijzen.
De aansprakelijkheid verandert dus wanneer er geen of een slechte/gebrekkige verpakking is. De feitelijke beoordeling of er sprake was van een gebrekkige verpakking en of deze mogelijk de oorzaak is geweest van de schade of het verlies wordt meestal gedaan door een schade-expert, maar vaak is in de praktijk voor verladers en vervoerders onduidelijk wat hiervan de afkeurcriteria en de randvoorwaarden zijn.
Als het nationaal vervoer onder de AVC2002 betreft, kan de schade-expert bijvoorbeeld de Eumos 40509 betrekken in zijn beoordeling. Ook indien er onder CMR condities vervoerd is, kan het mogelijk zijn om hieraan te refereren.
Overigens moet dit los gezien worden van de mate waarin de overheid kan beboeten/maatregelen nemen voor gebrekkige verpakking die kan leiden tot gevaarzetting op de weg. In die situatie zijn toezichthouders en handhavers in Nederland niet verplicht om te toetsen aan de testmethode EUMOS 40509, omdat deze methode geen wetgeving in Nederland is. Dit is bijvoorbeeld wel het geval in België.
Goed verpakt óf vormstabiel en transportwaardig/-veilig?
De vraag is dan ook waarom een afzender in Nederland überhaupt zijn lading zal willen laten conformeren aan de EUMOS 40509? Los van de vergemakkelijking m.b.t. handeling, belang bij dat hun producten onbeschadigd aankomen om contractuele/relationele problemen met de afnemers te voorkomen, eventuele wel of niet bijkomende ladingzekering nadien, etc, daar de aansprakelijkheid toch vaak bij de vervoerder wordt gelegd en het vaak toch wel goed gaat. Daarbij komt dat de aansprakelijkheidsverzekering van de transporteur in veel gevallen de schade (geheel of deels) dekt, omdat er vaak alleen wordt aangegeven dat de pallet verpakt en onbeschadigd moet zijn.
Een transportaansprakelijkheidsverzekering zal in de regel alleen tot de limiet dekking van de waarde van de goederen bieden en alleen als daar op basis van de feiten aanleiding toe is.
Daarbij komt dat de definitie van goed verpakt voor een ieder anders kan zijn, en mede hierom is de testmethode Eumos 40509 ontworpen.
Indien een chauffeur een niet verpakte of slecht verpakte lading weigert kán er wrijving ontstaan tussen de afzender en de transportonderneming. Door economische motieven ingegeven, zal de lading dan toch vaak 'maar' meegenomen worden.
Opgemerkt moet worden dat elke laadeenheid een andere methodiek nodig heef qua passende bescherming en stabiliteit.
Transporteurs én ladingbelanghebbende verzekert voor transportschade
Ook een afzender kán een verzekering hebben die een schade dekt aan de goederen tijdens transport. De vraag of er wordt uitgekeerd is uiteraard weer anders wanneer er bijvoorbeeld slecht verpakt is, en is afhankelijk van de polisvoorwaarden.
Indien een afzender een verzekering heeft én aantoonbaar er alles aan heeft gedaan om zijn goederen op een naast een goed verpakte ook een gestabiliseerde laadeenheid te laten verzenden door bijvoorbeeld te laten voldoen aan een normering á Eumos 40509, lijkt het mijn inziens niet meer dan logisch een korting op de verzekeringspremie te geven/krijgen. Alleen op deze manier kan de gehele keten een grotere veiligheid gaan garanderen en zorgt het voor een kostenreductie in de gehele sector.
Dit model wordt al toegepast in andere werelddelen, is bijvoorbeeld iets ISTA getest dan krijgt de verlader korting op verzekering.
Vrachtbrief
Door wat meer tijd te nemen en nauwkeurigheid te betrachten met het invullen van de vrachtbrief door de verlader én het zorgvuldig controleren door de geadresseerde, kunnen conflicten ten gevolge van eventuele schades vaak worden vermeden en blijft de verstandhouding met de transporteur waarschijnlijk ook prettiger. Het kan helpen om vooraf ietwat meer informatie af te gaan geven dan tegenwoordig wordt gedaan.
AEBS
AEBS is een afkorting voor Advanced Emergency Braking System. Dit is een semiautomatisch remsysteem. Het remsysteem is zo ontworpen, dat een maximale remvertraging bereikt wordt, indien het systeem actief wordt. De vraag is, hoe verhoudt de remkracht zich dit in de praktijk met een (on)stabiele laadeenheid? Alleen de definities van goed verpakt en onbeschadigd kan/is onvoldoende indien men met een bovenstaand systeem transporteert.
Voordat een dergelijk systeem bestond werd er vanuit verzekeringsoogpunt al gauw gesteld dat er aansprakelijkheid was, dit omdat de bestuurder wellicht niet goed geanticipeerd had.
Eumos
Vanuit the European Safe Logistics Association, ofwel EUMOS, dat een vereniging is die zich inzet voor het verbeteren van de veiligheid in de gehele logistieke keten, wordt geprobeerd door de verscheidenheid aan expertise, een belangrijke rol te spelen bij de uitwerking van verschillende normen voor ladingzekering en werken voortdurend samen op het gebied van ladingzekering om de veiligheidsnormen in Europa te verbeteren.
Eumos 40509 en om ons heen
Hoewel het niet in de testnormering staat, wordt er in markt bij 0,5G doorgaans aangegeven dat een laadeenheid vormstabiel én transport veilig is. Dit is mijns inziens alleen indien men vormsluiting (in de rijrichting) heeft doormiddel van de voeten van de (euro)pallets tegen elkaar aan te zetten én de lading op de pallet een dezelfde afmeting als de palletmaat heeft.
Als een lading op een pallet binnen de palletmaat valt dan is er normaliter met 0,5G nog geen voldoende zekeringskracht in de rijrichting á 0,8G.
Dit betekent óf opvullen in de rijrichting want dan is er een stabiele laadeenheid doormiddel van vormsluiting, of zorgen dat een laadeenheid een stabiliteitstest doorstaat van 0,8G want ook dan is er stabiliteit in de rijrichting als de lading smaller dan de palletmaat is.
Vormstabiliteit van een laadeenheid is niet gedefinieerd in G krachten in de test normering Eumos 40509. Daarnaast is er altijd al 'iets' (on)stabiliteit aanwezig, ofwel de basisstabiliteit van een lading op een pallet doormiddel van bijvoorbeeld de wrijving en het zwaartepunt.
Ook bestaat er geen EUMOS 40509 gecertificeerde folie en/of producten. Mocht dat wel als zodanig verkocht worden, is dat een marketingtruc.
De veelgehoorde 26,58 graden kanteltest biedt ook geen garantie tot een vormstabiele laadeenheid conform de testmethode van stijfheid van de laadeenheid, Eumos 40509.
In ons buurland België is de normering EUMOS 40509 (al sinds 2018) geïmplementeerd in nationale wetgeving. Verladers én verpakkers zijn nu samen verantwoordelijk voor het stabiel uitvoeren en zekeren van een palletlading. Bovendien is de opdrachtgever verplicht om laadeenheden stabiel aan te bieden en (eventueel) bewijs van de stabiliteit te leveren.
In Nederland is het enkel een norm en geen wetgeving, maar indien een controleur een internationaal voertuig controleert kan wél de technische controle richtlijn 2014/47 van toepassing zijn. Hierin kan de controleur refereren aan de toepasselijke normering EUMOS 40509, de testmethode van de stijfheid van de laadeenheid.
EN 17321
De EN 17321 is afgekeurd eind 2020 en is (momenteel) niet van toepassing.
DIN 55415
Tot op heden wordt in Duitsland de EUMOS 40509 niet erkend en zal ook niet erkend gaan worden. Men is bezig om een nationale DIN normering over dezelfde problematiek aan het op te stellen;
DIN 55415 Transportstabilität - Prüfverfahren zur Bestimmung horizontaler Belastbarkeit von Ladeeinheiten im intermodalen Verkehr.
NEN? Als kers op de taart zou ik een aanzet kunnen gaan geven voor een Nederlandse NEN normering. Ik zie bij voorkeur om in Europa één dezelfde norm, richtlijn of wetgeving te gaan hanteren. De wetten van de fysica maken immers geen onderscheid per landsgrens.
Een specialistische training lading zekeren kan uitkomst bieden.
Veel veilige kilometers toegewenst!
Niels Bouwmeester
Comments