top of page
  • Foto van schrijverNiels Bouwmeester - Cargo Coaching

Alle gekheid op een voertuig

Er gaat bijna geen dag voorbij waarin ik niet geïnformeerd wordt omtrent de meest actuele en uiteenlopende al dan niet bijzondere gevallen van de materie lading zekeren. Dit kan gaan over ongevallen, ontoereikende ladingzekering of hoe iets mogelijk geïnterpreteerd kan worden, etc. Met betrekking tot de ongevallen verbaas ik mij met enige regelmaat over de voertuigkeuze.

Wanneer is een voertuig juist wel geschikt of juist ongeschikt?

DIN 55415 SS EN17321 EUMOS 40509

De alleskunner

De meeste (Nederlandse) transportondernemer koopt zijn voertuigen met de achterliggende verwachting dat hij daarmee alles denkt te kunnen gaan vervoeren.

De klantenkring van de transportondernemer, met een nog grotere variabele aan te vervoeren producten vraagt namelijk ook om een wagenpark dat breed inzetbaar is.

Het gebruik van één type trailer voor alle type ladingen kan niet altijd toereikend zijn. Voor de ondernemer en de chauffeur is het van belang dat hij beschikt over een voertuig waarmee hij de lading op een veilige en verantwoorde wijze kan vervoeren.

Om ook de laatste laadmeters uit economisch belang gevuld te krijgen, ontstaan er soms opmerkelijke en in potentie gevaarlijke ladingcombinaties.

ADR LADINGZEKERING 12642

Geschikt of ongeschikt voertuig? In principe zou dat een voor het doel geschikt ingericht voertuig moeten zijn. De vraag is echter wat het doel is en wat de definitie van het doel en geschikt is.


Doel; datgene wat men wil bereiken, iets waarnaar wordt gestreefd.


Geschikt; met de juiste eigenschappen, goed bruikbaar, aardig in overeenstemming met het doel.


Ongeschikt; niet passend, niet bruikbaar, ondoelmatig.


Geschikt

In de regel genomen is een voertuig geschikt voor het vervoeren van lading als het voldoet aan de technische eisen die zijn gesteld door de wetgeving en de vergunningseisen die van toepassing zijn voor dat specifieke voertuig. Dit kan betrekking hebben op de maximale belading, de afmetingen van de laadruimte en de veiligheidsvoorzieningen. Daarnaast moet de chauffeur in het bezit zijn van de juiste rij- en vervoersdocumenten.


Voor korte afstanden en lichtere ladingen, zoals bijvoorbeeld binnenstedelijk transport, kunnen bestelwagens of vrachtwagens met een gesloten opbouw geschikt zijn. Voor grotere afstanden en zwaardere ladingen kunnen trekkers met opleggers of containerchassis geschikt zijn.


Het is dus belangrijk om vooraf te bepalen welk voertuig het meest geschikt is voor de specifieke lading en transportomstandigheden.


Ook indien het bovenstaande behaald is denkt men vaak te kunnen gaan transporten maar ook met betrekking tot het correct en afdoende te kunnen lading zekeren kán het voorkomen dat ondanks dat bovenstaande al gerealiseerd is, het voertuig alsnog ongeschikt beschouwd kan worden doordat er geen positieve ladingzekerheid mogelijk is.


Ongeschikt

De meest logische beredenering is dat de technische staat van het voertuig ter discussie staat of dat het voertuig bijvoorbeeld over onvoldoende vastzetpunten beschikt. Maar maakt dat dan direct dat het voertuig ongeschikt is? In principe kan ik nog altijd op andere manieren toch een toereikende ladingzekering toegepast worden om te voldoen aan de wettelijke en natuurkundige krachten.

Mijn zienswijze hierin is dat het twee aparte op zich zelf staande zaken zijn. Het type voertuig en het behalen van de benodigde zekeringskracht, op wat voor wijze dan ook.


Omgekeerde bewijsvoering

Stel u zekert een ISO container op onderstaande wijze, dan is het in Nederland aan de verbalisant om aantoonbaar te maken dat op deze wijze het voertuig ongeschikt is en/of de toegepaste ladingzekering ontoereikend is, want de af te zekeren krachten kunnen nog altijd toereikend zijn.

EUMOS 40607 EUMOS 40509 EUMOS 40511

In andere landen, waaronder bijvoorbeeld België, is het vervoeren van containers op deze wijze niet geschikt omdat het niet aan de norm ISO 1161-1496 (die doorverwijst naar de ISO 3874 punt 9.9.3; The container shall also be secured to the road vehicle by all four bottom corner fittings) voldoet, die is opgenomen in de wegcode volgens Artikel 45bis paragraaf 6.


Artikel 5.18.6 RV

In Nederland hebben we enkel onderstaand;


Lid 4

In afwijking van het eerste lid, moeten verwisselbare uitrustingsstukken, afneembare bovenbouwen, gestandaardiseerde laadstructuren en meeneemheftrucks deugdelijk zijn bevestigd met geschikte vastzetsystemen, zekeringssystemen en stuwagemiddelen


Voor (zee)containers, afzetbakken wissellaadbakken, opentopcontainers en verwisselbare uitrustingsstukken zijn veelal gestandaardiseerde vastzetsystemen aanwezig. De problemen ontstaan doorgaans wanneer het systeem op het dragende voertuig niet overeenkomt met de bevestigingspunten van de lading en daardoor er niet langer sprake is van een deugdelijke bevestiging.


Lid 5

Vastzetsystemen, zekeringssystemen, stuwagemiddelen en onderdelen daarvan moeten goed functioneren en geschikt zijn voor het doel waarvoor ze gebruikt worden.


Dit is ook weer van belang om te garanderen dat de lading veilig vervoerd wordt en geen gevaar oplevert voor de bestuurder of andere weggebruikers. Echter staat er nergens in wetgeving dat er gebruik gemaakt moet worden van bijvoorbeeld spanbanden om een lading te zekeren. Ik kan dus even goed mijn lading afdoende zekeren met bijvoorbeeld touw. Het is uiteraard beter om middelen te gebruiken die meer geschikt zijn voor het doel en het mogelijk maken om en een berekening te kunnen maken of de lading afdoende gezekerd is.


Onderstaande afbeelding lijkt ietwat vreemd maar als in principe de 'lading' toereikend gezekerd is volgens wet en regelgeving, is dit correct.

Dat er andere wetgeving bestaat omtrent het welzijn van het dier is totaal iets anders, echter valt een dier wel onder het begrip lading.

Geschikt voertuig ISO CTU EUMOS

Begripsomschrijving lading:

Alle personen, dieren, goederen, lastdragers, alsmede zonder gebruik van gereedschap van het voertuig los te nemen laad- en losinrichtingen en voertuiguitrustingen.


Lading in Artikel 5.18.13 lid 2?

Onderstaand artikel 5.18.13 lid 2;

In afwijking van artikel 5.18.12 mag de lengte van een samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, met inbegrip van de lading, dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen, meer bedragen dan ingevolge artikel 5.18.12 is toegestaan doch niet meer dan 20,75 m, waarbij:

1. de lading niet meer dan 2,00 m achter de aanhangwagen en niet meer dan 5,00 m achter het hart van de achterste as van de aanhangwagen mag uitsteken;

2. de lading niet meer dan 0,50 m voor de voorzijde van de bedrijfsauto mag uitsteken;

3. de lading die achter het voertuig meer dan 1,00 m uitsteekt aan de achterzijde moet zijn voorzien van een markering die voldoet aan het bepaalde in bijlage VIII , artikelen 130 tot en met 133.


Er staat hier 'met inbegrip van de lading, dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen', ofwel deze gebruikerseis is van toepassing voor autotransport.

Bij normaal transport is de maximale lengte van een samenstel 18,75 meter exclusief de lading. Inclusief de lading deelbaar 19,75 meter en ondeelbaar tot 5 meter achter de achterste as.


In dit artikel wordt meermaals gesproken over 'lading' en dus niet dat het voertuigen moeten betreffen, énkel het voertuig moet er voor ingericht zijn.

Als ik morgen hooi ga transporteren als zijnde 'lading' in een voertuig dat is ingericht voor het vervoer van voertuigen heb ik dus 2 meter winst daar ik nu opeens 20,75 meter met lang mag zijn in plaats van 18,75 meter.


De lading hooi is hierbij dus 'op dit moment van schrijven' geschikt, dit wordt t.z.t. aangepast.


Ook komt het bij dit type transport vaak voor dat er niet (genoeg) onbeladen wordt ingeschoven en dat het bord van lid 2 onder c ontbreekt. Dit is vaak wel nodig omdat de verlichting achter heel erg laag zit en doorgaans minimaal is.


U vraagt, wij draaien

De carrosseriebouwers kunnen en willen alles op maat maken, uiteraard hangt daar een ander prijskaartje aan dan van een gestandaardiseerde opbouw.

Ben ik als vervoerder bereid om mijn voertuig zodanig te laten bouwen dat ik specifieke lading kan vervoeren, omdat ik een vaste klant heb die een bepaalde specificatie vraagt, dan is het zeer goed mogelijk om daarop ingerichte voertuigen aan te gaan schaffen.

Ben ik onderhevig aan de “grillen” van de klant dan zal ik als vervoerder sneller kiezen voor een voertuig dat op meerdere en diverse vrachten is in te zetten. De nadelen hierbij zijn bijvoorbeeld dat ik de lading niet of onvoldoende kan zekeren. Dit kan weer gevolgen hebben voor schade aan de lading en/of het voertuig.

In het ergste geval het verliezen van lading met de kans op ongevallen.

Tevens bestaat de kans dat bij een controle de lading beter gezekerd moet worden, er eventueel moet worden overgeladen in of op een geschikt voertuig, en vaak een boete voor helaas alleen de bestuurder. Helaas, omdat de chauffeur er vaak niets aan kan doen.


Geen nee

In Nederland kan de afzender feitelijk alles eisen wat deze maar wil.

Zowel de afzender als de vervoerder zijn vrij om af te spreken wat zij willen. Eist de afzender van de transporteur bij wijze van spreken dat er enkel geladen mag worden in klederdracht in de kleur RAL 4001, dan zal de transporteur dit maar slikken. De vervoerder zegt liever geen nee tegen de klant en de chauffeur, die ter plaatse de afweging moet maken, wil zijn werkgever niet teleurstellen.

Het eisen van de meest uiteenlopende en wonderlijke zaken van de afzender; niet geschikte voertuigen, verplichtte antislipvloeren, bredere spanbanden, tot aan speciale netten komt niemand ten goede en zijn vaak een kostenpost voor de transportonderneming die frequent kant noch wal raakt. Gaat de transportonderneming hier tegenin verliest hij marktaandeel. Het komt dus zeer regelmatig voor dat er lading op of in een voertuig vervoerd wordt die eigenlijk niet, op of in dat voertuig vervoerd zou moeten mogen worden.

Voor de transporteur zijn het dus continu afwegingen.

Dit kan resulteren in het kiezen van de meest geschikte oplossing voor het voertuig, maar ook in het niet aannemen van vrachten waarvoor hij niet het geschikte voertuig heeft. Een keuze die moeilijk blijft, maar waarbij het gezonde verstand en de verkeersveiligheid samen wel tot de juiste beslissing moeten komen.


Een specialistische training lading zekeren kan uitkomst bieden.



Veel veilige kilometers toegewenst!



Niels Bouwmeester


369 weergaven
Code 95 Antislipmatten Rekenhulp ladingzekering Rekenhulp spanbanden Rekenhulp lading zekeren Niels Bouwmeester Cargo Coaching Code 95 lading zekeren ladingzekering specialist ladingzekering Ladingzekerheid Code 95 Calculator ladingzekering Ladingzekering calculator Spanbanden Sjorbanden Neerbinden Neersjorren Code XL EN12642 Sjorogen Wetgeving ladingzekering Neerzekeren Spanriemen Eumos 40509 Eumos 40511
bottom of page